|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Bewijs afgeleide tangens
Hallo Mijn vraag gaat over het volgende vraagstukje: De grafiek van een algemene sinusfunctie bereikt opeenvolgend een maximum en een minimum in de punten met coördinaten (-2,3) en (4,-7). Bepaal het voorschrift van die functie. Ik loste het als volgt op: stijgende doorgang: (-2+4)/2=1 dus c=1 evenwichtslijn: (3-7)/2=-2 dus d=-2 amplitude=a=3+2=5 periode=(2+4)·2=12=2$\pi$/b dus b=$\pi$/6 De algemene sinusfunctie wordt dan: y=a·sin(b(x-c))+d y=5·sin(($\pi$/6)·(x-1))-2 dit klopt echter niet, c moet gelijk zijn aan 7 waarom, dat weet ik niet, kunnen jullie mij helpen? grt Jolien
Antwoord
Tussen een maximum en een opeenvolgend minimum zit een halve periode.
$ b = \large\frac{{2\pi }}{{12}} $
Als je (1,-2) als 'startpunt' kiest dan heb je niet te maken met y=5·sin(...) maar met y=$-$5·sin(...). Of je moet het 'startpunt' veranderen, dat kan ook. Je kunt dan 'c=7' nemen, maar ook 'c=-5'.
Volgens mij ben je er dan wel. Uiteindelijk viel dat dus reuze mee. Bijna goed...
Hopelijk helpt dat.
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|